Op bezoek in een Oud Engels park in Herkenrode …
Het had wat van de sfeer van “het verbodene” daar aan dat hekje van Herkenrode.. De bittere bijsmaak van een virus is dat het vrijheid ineens als een wat wrange verboden vrucht doet smaken waarvan, als je dan toch een stukje ervan proeft en je dat toch lekker vindt, je weet dat je later zal ervaren dat het toch niet die volle zoete vrucht was zoals je die eens wel at..
Daar op de parking van Herkenrode, waar we met 10 bevoorrechte sappers verzamelden, wilden we blij zijn, waren we best wel wat ontroerd maar dachten we ook aan de verleden zomeravonden en aan jullie, alle andere sappers, die er misschien ook wel heel graag bij waren geweest om deze avond te proeven..
Mystieke tuin
Laat ik dus een verhaaltje vertellen over de mystieke tuin van Herkenrode zoals die zich voor ons ontplooide op die eerste SAP woensdagavond op 28 april.
De parking omrand met meidoornhagen zorgde voor het perfecte stilleven dat zin deed krijgen in wat komen zou. Eenstijlige meidoorn zagen we door onze loep, want 1 stamper was zichtbaar. De meidoorn is net als de sleedoorn lid van de rozenfamilie en vraagt niet veel van een bodem. Eens was ze massaal aanwezig in de omgeving als uitgelezen struik om weides mee af te zomen (vlechtheggen) en er zo voor te zorgen dat het vee niet kon ontsnappen. De ideale nestplaats voor tal van vogels ook, weg van predatiegevaar en waardplant voor tal van insecten en vlinders.
En dan… als het meest perfecte maagdelijk witte bloemetje, zo weggelopen van een devotieprentje, stond daar de knolsteenbreek te blinken onder onze voeten ! Toch wel hét plantje dat het vaakst op onze wensenlijst van een SAP-bezoek stond geschreven, stond hier gewoon op de parking, de toon was gezet, de weg werd getoond naar het witte gebouw daar voor ons. Het klooster van Herkenrode, de oude cisterciënzersabdij aan de Demeroever. Voltooid in classistische stijl in 1768 met aansluitend op haar terras achteraan een landschapspark van wel 10 ha naar de stijl van de beroemde Engelse landschapsarchitect Capability Brown.
Het weggetje naar de tuin was mooi afgeboord met paarse brunel (“bijenkorfje” in de volksmond ) en akkervergeet -me -nietjes.
Verboden plek in Herkenrode
We zeiden het al, het had wat van “het verbodene” daar aan dat hekje dat het grasland sloot. Verboden, want het genieten van deze eens zo rijke tuin met zijn buxushagen en waterpartijen (gevoed via een geul gegraven vanaf de Demer), zijn vista dat zich als een ganzenvoet ontvouwde vanaf de ramen van dat klooster, was slechts het voorrecht van de abdis en enkele hogere religieuzen. De werkzusters, die mochten hier niet komen.
Een goede “gids” (ja we blijven in de religieuze sfeer) heb je als hij je helemaal kan onderdompelen in de verleden sfeer van een plek, als hij “de weg” tot een uitdaging maakt en dus gingen we niet door het poortje, nee hoor, Eddy had een laddertje mee om over het hekken een stukje mee naar die hemel te klimmen (hmm… wat was dat over boetedoening?). Aan mezelf (met hoogtevrees) werd net op tijd absolutie geschonken toen we ontdekten dat de boswachter het slot dan toch geopend had en dat laddertje helemaal niet gehoeven had.
Het mooiste voorbeeld van een vochtig grasland lag voor ons vol pinksterbloemen, vossenstaart (trucje : trek aan de aar, laat die los, dan is het vos, niet timoteen), scherpe boterbloem en massa’s knolsteenbreek. Knolsteenbreek is dé indicator van een glanshavergrasland. Het heeft graag een licht vochtige standplaats en groeit veelal op wat zwaardere gronden maar ook op andere bodems gedijt het wel. Het doet het goed in beekdallen en is erg gevoelig voor bemesting. De bloemkelk houdt de kroonblaadjes dicht bijeen zodat ze een buisje vormen waarin de nectar goed beschermd is tegen regen.
We zagen gewone veldbies met het blote oog herkenbaar aan het witte pluizige blaadje en in een gazon (grasland) een goed teken van verschraling. Bij gewone veldbies is het helmknopje groter dan de helmdraad (is dat gelijk, dan heb je veelbloemige veldbies). Wat is een helmknop en een helmdraad? Dat zijn de 2 delen van de meeldraad (de draad met het knopje bovenaan).
Zeug met biggetjes
Het teken dat de lente het nu overneemt van winter: het loof van massa’s sneeuwklokjes (aangeplant en verwilderd?) , het speenkruid, de net uitgebloeide vingerhelmbloem of voorjaarshelmbloem. Aan die helmbloem zitten aanhangsels met zaden de zgn mierenbroodjes. De mieren komen deze halen en zorgen zo voor de verdere verspreiding van de plant. Onder de majestueuze bomen in het park van Herkenrode, veel beuken net in blad met die frêle rode blaadjes die een warme gevlekte schaduw wierpen over de opkomende salomonszegels . Jacques liet ons voelen aan de structuur die deed denken aan een zegelring.
De salomonszegel verspreidt zich via een wortelstok verder in de omgeving en het is telkens wat van een wonder om het plantje zich te zien ontkrullen naar de “zeug met biggetjes”, zo in de volksmond geheten omdat de crême witte bengelende bloemetjes doen denken aan de biggetjes die onder mama’s buik hangen. Het is een plant van wat vochtiger standplaatsen met een goede humuslaag en een indicator voor ja.. gezonde veldbies- beukenbossen. Een beuk wordt niet zo oud als een eik maar kathedralen zijn het wel. Wat mooier als verlengstuk van die gewelfde plafonds van de abdijkerk kon een abdis zich wensen…
De zwartkop zette met de boomklever en tjiftjaf deze avond luister bij, het reukgras bedwelmde met zijn heerlijke cumarinegeuren, de overvliegende blauwe reiger toonde ons met grote vleugelslagen de weg naar de verborgen oevers van de Demer.
De zwarte zegge
Langsheen de “wissel” (welk dier zou hier’s nachts deze weg vervolgen?) in het natte gras zagen we het eerste voorzichtige blad van de dagkoekoeksbloem, waterzuring en moerasspirea maar dan, ontdekte Katrien een godsgeschenkje (rode lijst) langs de oude watergeul : zwarte zegge!
Hier perfect in zijn biotoop (verlande sloten, natte weides,…) Kenmerken van zwarte zegge. Bloeiwijze met 2-5 afwijkende mannelijke toparen; urntjes afgeplat, alle schutbladeren zijn kleiner dan de bloeiwijze/stengel scherp driekantig; urntjes bruin tot zwart gevlekt (nu nog niet goed te zien), bloeistengel zonder stijve bladeren (dan is het waarschijnlijk stijve zegge), op zure natte standplaatsen, bladeren van niet bloeiende stengels rijken niet tot aan de top. Het is duidelijk dat tijd hier stil bleef staan, natuurpracht bewaard door weg te blijven van mensenhanden..
We vervolgden onze weg naar een donkerder wat ruiger stukje met witte dovennetel, bosanemoon, meiklokjes die zich nu bijna tonen aan de nakende Mariamaand en het beginnende blad van look zonder look , de kruisbloemige (Hmm… was het thema hier religie?) die weldra de pinksterbloemen zal helpen als waardplant van het zo mooie oranjetipje vlindertje.
Majestueuze bomen
De oude taxus- en hulstbomen ( die laatste geschat: 200 jaar!), de gigantische Amerikaanse krentenboom (ooit wellicht aangeplant voor zijn mooie bloesem en magnifieke herfstkleur), een dansende beuk,… ze beschermden stapeltjes hout van verleden bomen, de schimmels van hun wortels 1 met de schimmels van rottend hout vol kevers en andere geleedpotigen. De ideale schuilplaats zo blijkt voor een familie muisjes (Welke? Ze waren ons te snel af) en de alpenwatersalamander.
Als wou de zon even zeggen dat we ons reppen moesten voor haar glansvertoning, bood het stukje donker “bos” plots weg voor een groene heuvel? Een heidense tumulus hier? Nee hoor, gniffelden Eddy en Jacques, ook nonnetjes wilden wel eens spelen weg van het “alziend oog”. Wanneer we goed keken, (als we niet al te zeer bezig waren met het vermijden van bramen en het ons vasthouden aan jonge berkjes tijdens de klim), zagen we nog net de vage spiraalvormige contouren in het gras van wat eens een doolhof was. (Hmm… wie zou wie daar zijn gaan zoeken…) Een sluwe vos maakte evenzeer van de nood een deugd want maakte hier zijn hol.
De zanglijster riep, met korte kreetjes deed hij ons onze hoofden oprichten om te kijken naar.. de zon.. wauw!! .. die zon boven deze verborgen Demeroevers… En dan…? was het stil… avonden als deze tonen nog het best de betekenis van het woord “mystiek”. Mystiek: het trachten herenigen van de ziel met God (en is God niet overal, dus natuur?)
We verpoosden even in de oude kapel over het bruggetje, snoven de citrusgeur op van de Douglasspar, vergaapten ons aan de hoge moerrascipres die met zijn kniewortels weleens graag boven het water uitademt aan de Mississippi rivier maar het hier aan de Demer ook zeer naar de zin heeft. We moesten toegeven dat zo’n alleenstaande weymoethden (naalden per trosjes van 5 ingeplant, houdt wel van een nattere bodem, ooit massaal geplant wegens de hoge sierwaarde in tuinen) toch wel “wat heeft”. Evenzo die thuja plicata (“reuzenlevensboom”) al was het maar dat vogels er een fijne nestplaats in plachten te vinden wegens de dichte groei.
Leven is er hier, ja en dood… (fijnspar- letterzetter), de bever knaagt zich een weg en herlegt wegen, cirkels worden rond gemaakt, Gods wegen lijken eindeloos op wandel in deze tuin van Eden. Magische plek, zo eentje die kan tippen aan sprookjesland op warme lente avonden als deze er 1 was waarop er even alleen nog stilte was en contemplatie, weg zijn uit de gekte van een virus dat viraal ging… Alleen maar de schittering van Demerwater in de ondergaande zon, vogelgekwinkeleer, de geur van reukgras en gelijkgestemden om samen mee door bramen te kruipen en “ooh” en “aah” mee te roepen… Een mens zou van minder gelovig worden…
Met dank aan gidsen Eddy Pagnaer en Jacques Cochez!
Tekst en foto’s: Mirella Vanoppen
Nog over een SAP-wandeling lezen? Lees hier over het oude kerkhof in Hasselt.
38 reacties op “Op bezoek in een Oud Engels park in Herkenrode …”
Reacties zijn gesloten.